Één in naam
“Ben jij blij met je naam?” Mijn middelste dochter, nog net geen tiener, vraagt graag. Soms is een antwoord niet eens nodig en heeft ze gewoon zin om vragen te stellen. Aan haar blik te zien, verwacht ze dit keer wel een antwoord. “Ja, Léonie klinkt zacht, stoer en het golft zo fijn als je het uitspreekt.”
“En je andere naam?” Ze doelt op mijn achternaam. Ik heb er twee. Schutter is de achternaam van mijn vader. Mijn meisjesnaam dus. Als kind vond ik het een harde naam. Alsof mijn voorouders voortdurend in schietstand rondliepen. Dat de naam oorspronkelijk uit Duitsland kwam en met de tweelingbroers Schütter, schoenmakers van beroep, over landweggetjes naar Nederland is komen lopen gaf het nog wat jeu. Mocht zich een mooiere naam aandienen, wilde ik die best aannemen.
De gelegenheid deed zich twintig jaar later voor. Ik ontmoette mijn eigenzinnige man, maar zijn achternaam was ronduit gewoon: de Boer. Als zelfstandige, volwassen vrouw vond ik het aannemen van een andere naam inmiddels ook wat gek. Tot onze oudste dochter een aantal dagen na haar geboorte ernstig ziek bleek. Plots waren man, zoon en dochter een familie met hun gezamenlijke achternaam en hing ik er maar een beetje bij als ‘Schutter’. Woordeloos voelde mijn man dit aan. Hij vroeg mij ten huwelijk met onze stervende dochter als getuige. Gescheiden door de dood, maar één in naam. Zonder moeite veranderde ik van achternaam.
In tien jaar tijd veranderde er veel in mijn leven; nog twee dochters werden geboren, ik stopte met mijn baan als HR professional en ging werk doen waar mijn hart lag. Naast het schrijven van journalistieke artikelen en teksten, duik ik ook in levensverhalen van mensen. Het gevoel groeide dat beide namen bij mij horen. Ik ben een Schutter én een De Boer. Waar De Boer-Schutter formeel en afstandelijk klinkt, stroomt Schutter-De Boer. Dus, fijn kennis te maken. Ik ben Léonie SchutterDeBoer.